De wielercriteriums in de dagen na de Tour de France horen bij het wielrennen als een bord pasta en zere benen. Niet dit jaar. Door de coronacrisis zijn alle kermiskoersen geschrapt. Voor alle betrokkenen is dat verdrietig, maar men is strijdlustig. “Mijn kop eraf als het volgend jaar niet doorgaat.”
Ieder jaar worden in de dagen en weken direct na de Tour tussen de tien en twintig wielercriteriums gereden, ook wel kermiskoersen genoemd. Het recept is eenvoudig: duurbetaalde wielersterren, aangevuld met een peloton aan mindere goden, rijden een uur lang korte rondjes voor een publiek van duizenden fans. Uiteindelijk wint – als bij een wonder – altijd de grootste naam.
Rotdag
De criteriums zijn een jaarlijks feest waar de wielrenners flink mee kunnen verdienen, maar waar vooral de plaatselijke middenstand van profiteert. Dit jaar is alles anders.
Eigenlijk zou het vandaag in het Brabantse Boxmeer een wielerfeest zijn waar velen het hele jaar naar uitkijken. Maar het is een rotdag nu, vertelt Pierre Hermans, organisator van het criterium Daags na de Tour.
Niks aan te doen
“Rouw is een groot woord, maar er zijn veel mensen die het enorm vervelend vinden”, vertelt hij aan de telefoon. Als organisator is hij zelf natuurlijk een van die mensen, maar ook voor de duizenden liefhebbers die er jaarlijks op de koers afkomen en voor de vrijwilligers is het balen.
Vervelend of niet: de keuze was niet moeilijk. “Weet je. Het is zoals het is. We kunnen er niks anders van maken”, zegt Hermans gelaten.
Toen de Tour verzet werd van juli naar september, speelde de organisatie nog even met de gedachte om het criterium toch nog te organiseren, maar al snel bleek dat het niet ging lukken, met alle beperkingen die er gelden.
Reputatie en gezondheid op het spel
Bovendien, zegt Hermans, wil je ook als organisator niet dat je evenement zorgt voor een golf aan nieuwe besmettingen. In het Limburgse Heerlen denkt organisator Chris Tiekstra van het jaarlijkse criterium aldaar er precies hetzelfde over. “Het is razend druk op die feestjes. Als er daarna een piek komt… dat wil je niet voor de volksgezondheid en je naam is naar de ballen.”
Ook de RaboRonde van Heerlen, zoals de koers tegenwoordig heet, is afgeblazen. Het evenement zou gewoonweg niet georganiseerd kunnen worden, met alle regels die gelden.
Een bijkomend probleem: je hebt een hospitalityruimte nodig waar je sponsoren bij elkaar brengt, vertelt Tiekstra. Die kunnen daar netwerken. “Daar kwamen dan ook nog renners aan te pas. Dat is een doodzonde nu.”
Sponsoren coulant
Voor de organisatoren is het niet doorgaan een grote domper. Want de voorbereiding begint haast een jaar van tevoren. Eigenlijk was alles al klaar toen bleek dat de boel niet door zou gaan, een paar maanden geleden. Alleen de toprenners moesten nog worden geboekt.
Toch vallen de hardste klappen niet bij de kermiskoersen zelf. Beide organisatoren komen er genadig vanaf, zeggen ze. Sommige sponsoren vragen hun geld terug, maar vooral de grotere sponsoren schuiven het geld door naar volgend jaar, of vragen maar een gedeelte terug, zeggen Tiekstra en Hermans.
Aan de inkomstenkant valt het allemaal reuze mee dus. En aan de uitgavenkant blijken de bedrijven waarmee ze zaken doen coulant.
Renners missen flinke bonus
Voor de grote wielersterren is het ook jammer dat de criteriums niet doorgaan. De gele trui, als die komt, kan al snel zo’n 50.000 euro opstrijken om een uurtje rondjes om de kerk te fietsen. Winnaars van nevenklassementen of andere bekende renners kunnen al snel duizenden tot tienduizenden euro’s verdienen door aan de start te verschijnen van een criterium.
Voor de rest van het kermiskoerspeleton is er een stuk minder te verdienen. Dat zijn vaak jonge wielrenners, nog zonder profcontract die voor een paar honderd euro of minder meekoersen. Maar voor hen gaat het dan weer niet om het geld. “Die nieuwelingen en junioren, die willen zo graag rijden. Die dag, die sfeer. Helemaal aangekleed. Het is de mooiste dag van het jaar. Nu is er enkel en alleen teleurstelling”, aldus Hermans
‘Het moet wel doorgaan’
“We hebben allemaal dingen besteld. Tenten, tribunes, containers, afzethekken. Dan moet je met die lui in conclaaf: wat gaan we doen? En ik moet zeggen, zonder uitzondering zeiden ze: ‘je hoeft niet af te nemen, laat maar staan voor volgend jaar’”, vertelt Tiekstra.
En dat is niet vanzelfsprekend, want juist in de evenementensector vallen harde klappen. “Voor hun is het heel sneu. Ze hebben het hele jaar niks te doen. Ik ken er die hebben tonnen en miljoenen geïnvesteerd. Die zitten met een kater”, vult Hermans aan.
Om nog maar te zwijgen van de horeca, die zit te springen om extra klandizie. Hermans herinnert zich de gesprekken met ondernemers. “Het moet wel doorgaan hé, Pierre?”, smeekten ze hem haast. Maar uiteindelijk bleek het gewoonweg niet mogelijk.
Volgend jaar weer koers
Door de coulante leveranciers en sponsoren, staan de koersen er zelf helemaal niet slecht voor nu. “Wij zijn er niet slechter van geworden”, zegt Tiekstra. “Normaal pers je alles eruit om die renners te krijgen.”
Maar dat hoefde nu dus niet, en verder hoefden er veel kosten niet gemaakt te worden en de andere kosten konden gewoon betaald worden door de sponsoren en wat steun van de overheid.
En dus zijn beide organisatoren vastbesloten om volgend jaar gewoon weer een koers te organiseren. “Volgend jaar gaat het door. We zijn niet boven de wet verheven, maar als er geen belemmeringen zijn: mijn kop eraf als het niet doorgaat”, zegt Hermans strijdlustig.
(Bron: RTL nieuws)