Voor tweede jaar op rij geen wielercriteriums: ‘Doffe ellende’
Terwijl in olympisch Tokio de grote kleppers hun duivels ontbinden, is het in de Nederlandse dorpen stil. Geen rondje om de kerk, geen plastic glazen bier en worstenkramen en geen wielertoppers die de harten van de fans sneller doen kloppen.
Het is al het tweede jaar op rij dat de criteriums niet door kunnen gaan door corona. Normaal gesproken kunnen wielertoppers, aangemoedigd met fikse startpremies, hun kunsten aan het Nederlandse publiek vertonen in de dagen en weken na de Tour.
Weer met lege handen
“Volgend jaar gaat het door. We zijn niet boven de wet verheven, maar als er geen belemmeringen zijn: mijn kop eraf als het niet doorgaat”, zei Pierre Hermans, rondebaas van het criterium Daags na de Tour, vorig jaar toen zijn evenement net was afgelast. Maar die belemmeringen waren er wel, en dus staat hij weer met lege handen.
“Doffe ellende”, zo vat Hermans het samen. “Weet je. Als het plaats had kunnen vinden, dan hadden we een mooi feest voor iedereen kunnen maken. We waren er klaar voor, maar er werd toch weer een stok tussen de spaken gestoken.”
“Het is het tweede jaar dat alles klaarstaat. Maar je voelt het langzaam aankomen. Uiteindelijk kom ik dan met de mededeling: helaas gaat het hem dit jaar ook niet worden.” De teleurstelling overheerst dan ook. Niet alleen bij Hermans, maar ook bij de vrijwilligers, de junioren, de fans en de lokale middenstand, vertelt hij.
Teleurstelling
En die teleurstelling was nog groter dan een jaar geleden. “Als ik eerlijk ben moet ik ‘ja’ zeggen.” Wat Hermans vooral pijn doet is dat door het schrappen van de koers ook de junioren hun koers niet mee konden pakken. Zij rijden normaal in Boxmeer in het voorprogramma van de profs. “Die jongens staan ook te dampen in de stal.”
Extra zuur, want sinds corona ligt de amateursport helemaal op zijn gat. “Als een aantal jaren niks door kan gaan, gaat de animo ook over”, zegt hij met pijn in het hart.
Chris Tiekstra, die in het Limburgse Heerlen aan het roer staat van het lokale criterium daar, voelt dezelfde pijn. Bij de RaboRonde, zoals de koers daar heet, is dan wel geen juniorenwedstrijd, maar de criteriums zijn bedoeld om het publiek en de jeugd voor de sport te enthousiasmeren, zegt hij. Het feit dat kinderen nu al anderhalf jaar niet met hun sport bezig kunnen zijn, trekt een zware wissel.
Twee weken te laat
Lang leek het erop dat zijn criterium wel door kon gaan dit jaar. “Dit jaar hebben we alles qua voorbereidingen gedaan.” Maar twee weken voor de ronde plaats zou vinden trok de veiligheidsregio er de stekker uit, omdat het onmogelijk zou zijn om de toeschouwers op 1,5 meter afstand van elkaar te houden. Het goede nieuws is dat er voor de toekomst nog niet gevreesd wordt. Volgend jaar, zo hopen ze vurig, komt het stukje Nederlandse wielercultuur echt weer terug. Want de financiële strop valt wonderwel nog altijd mee.
Financieel geen centje pijn
Net als vorig jaar steken de leveranciers en sponsoren namelijk een handje toe. “Onder onze sponsoren zijn nogal wat multinationals. Al onze hoofdsponsoren boeken goede resultaten, die laten ons niet in de steek”, vertelt Hermans. Dat geldt ook voor de ronde in Heerlen. En ook de leveranciers boeken alles gewoon door naar volgend jaar, hoewel voor hen de klap hard aankomt. “Ze waren heel blij dat het door zou gaan. We waren zo’n beetje het eerste evenement waar ze konden leveren”, aldus Tiekstra.
Dat ze toch coulant zijn heeft volgens de Heerlense rondebaas twee redenen. Aan de ene kant heeft de koers al jaren goede banden met de vaste leveranciers, die ook hart voor het criterium hebben. “Maar we zijn ook een groot evenement waar ze een stuiver aan kunnen verdienen.” En die business willen ze niet verliezen de komende jaren omdat ze nu hun poot stijf houden, legt hij uit.
Schrale troost?
Een kleine pleister op de wonde voor dit jaar, is misschien wel dat de allergrootste kanonnen direct na de Tour naar Tokio zijn gevlogen. Kleppers als geletruiwinnaar Tadej Pogačar, publiekslievelingen Matthieu van der Poel, Wout van Aert en Julian Alaphilippe en etappewinnaar Bouke Mollema, zouden dus sowieso niet aan de start verschijnen.
“Eerlijk is eerlijk, het was minder attractief geweest”, geeft Hermans toe. Tiekstra wil daar niet aan. “Er zijn altijd wel wedstrijden rond criteriums. Je kunt nooit alles krijgen, maar er blijven nog genoeg renners over die niet in Tokio zijn”, zegt hij.
Volgend jaar beter
Hoe dan ook, we gaan de grote meneren op zijn vroegst volgend jaar weer hun rondjes om de kerk zien afwerken. Op 25 juli 2022, staan ze daags na de Tour aan het vertrek in Boxmeer. Een paar dagen later in Heerlen. Alles onder voorbehoud, uiteraard.